Meer duurzaamheid? Dan ook meer innovatie!
Emissieloos | Infra
Op het intranet van het Ministerie van Infrastructuur & Water kreeg ik vorige week een podium om namens de Waterbouwers duidelijk te maken waarover wij ons zorgen maken. En dat is dat we nooit onze duurzame doelen behalen als we niet meer innoveren. En niet meer duurzaamheid inkopen als overheid. Eind 2020 moeten we al 30% minder CO2 gebruiken dan in 1990. Tot eind 2020 is nog maar 440 werkdagen. Het moet sneller. Veel sneller!
We kunnen er niet omheen. Duurzaamheid en circulariteit zijn de voornaamste thema’s waar de leden van de Vereniging van Waterbouwers zich anno 2018 druk om maken. Investeringen in duurzame schepen vinden volop plaats. Maar wordt het ‘biofuel’ of LNG als brandstof? Of toch een hybride motor van diesel en accu’s? En is het verstandig om nu een schip te bouwen dat tenminste twintig jaar mee moet gaan als we niet weten wat regelgeving van de overheid is in 2040? Want tot zo lang moet het schip varen. En wat is de meest duurzame oplossing van het ophogen van de Nederlandse kust tegen zeespiegelstijging? Zo maar een aantal van de vragen waar Waterbouwers mee bezig zijn.
IenW moet in haar manier van werken, intern en extern, meebewegen met veranderingen in de samenleving. We willen en moeten dus samenwerken met onze partners en andere belanghebbenden. Daarvoor willen we ook graag weten hoe zij tegen IenW en onze gezamenlijke ‘onderwerpen’ aankijken. Daarom deze blog, waarin we uiteenlopende stakeholders en relaties aan het woord laten. Praat/discussieer gerust (graag!) mee in de reacties. In aflevering 16: Edwin Lokkerbol, directeur Nederlandse Vereniging van Waterbouwers.
We hebben dan ook als publieke en private partijen forse uitdagingen voor de boeg. Ik noem nog eens de in het duurzaamheidsverslag van 2017 genoemde doelstelling van het ministerie. “Het ministerie van IenW wil uiterlijk in 2030 volledig klimaat- en energieneutraal zijn.…Het tussendoel voor 2020 is een CO2-uitstoot van ten minste 30% tot 40% minder dan in 2009. ..”. Dat betekent dat we over twee jaar de eerste deadline al te pakken hebben! Dat lijkt ver weg. Maar we hebben nog maar 440 werkdagen te gaan…
Om die deadline te halen, ben ik ervan overtuigd dat we veel meer innovaties nodig hebben om de doelstelling in te kunnen vullen. We moeten echt op een andere manier gaan samenwerken als publieke en private partijen om een transitie mogelijk te maken waarmee we de gemeenschappelijke doelen wat betreft CO2-uitstoot halen. Wat mij betreft zit de sleutel deels in het beter benutten van de inkoopfunctie als middel om innovaties mogelijk te maken. Het wordt de hoogste tijd om eens fundamenteel na te denken of de huidige inkoopprocessen wel passen bij de ambities die wij als Nederland hebben wat betreft duurzaamheid en circulariteit. Want om samen te zorgen dat het departement (en de keten waarin wij als waterbouwers ook opereren) in 2030 klimaatneutraal is, hebben we echt nieuwe innovaties nodig waar we het bestaan nog niet van weten.
De afgelopen jaren is hierbij het beeld ontstaan dat vooral bedrijven met innovatie bezig zijn. Maar niets is minder waar. Zonder (investerende en onderzoekende) overheden is er geen sprake van ‘start ups’ en ‘scale ups’. Universiteiten, onderzoeksinstituten als TNO en Deltares en overheden blijken een cruciale rol te hebben bij het mogelijk maken van fundamentele innovaties in een grote diversiteit in sectoren. Overigens zien we dit ook nu gebeuren bij Rijkswaterstaat. Als grootste producent van gras in Nederland wordt onderzocht hoe gras niet als afvalstof maar als bouwstof kan worden gebruikt. En bagger- en bodemslib was sinds Lekkerkerk in de jaren zeventig synoniem aan chemisch afval. Tegenwoordig kijken we met Rijkswaterstaat, Deltares en marktpartijen hoe we schoon baggerslib kunnen hergebruiken om dalende bodems tegen te gaan. Van dergelijke samenwerkingen krijg ik ontzettend veel energie!
Maar er moet meer gebeuren en dat kan ook. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) kan een overheid innovaties op verschillende manieren stimuleren. Subsidies en fiscale faciliteiten zijn de meeste bekende, maar blijken volgens het CPB onvoldoende te werken. Geen enkele onderneming innoveert vanwege subsidies of fiscale voordelen. De reden dat ondernemingen dit wel doen is omdat ze marktkansen zien. En daarbij kan de overheid dus wel een rol spelen! Door in een sector perspectief te bieden en door niet alleen risicomijdend in te kopen maar ook ruimte te geven aan innovaties.
Volgens het CBS kan de overheid meer en beter inzetten op innovatiegericht aanbesteden, waarbij de Maeslantkering en de dubbelaags A2 tunnel Maastricht als voorbeelden kunnen worden gezien. Nu vind ik deze beide voorbeelden niet noodzakelijkerwijs gelukkig gekozen. De A2 kan zeker gezien worden als een innovatieve oplossing en in die zin als een vernieuwing. Maar de echte vernieuwing zit in de mogelijkheid die een aanbesteding biedt om een onderscheidende propositie aan te bieden. Het is hier het proces dat zorgt voor de innovatie. Waarbij niet (alleen) de bouwers de innovators zijn, maar evenzo de aanbestedende partij, Rijkswaterstaat in dit geval.
Meiny Prins (initatiefnemer van Sustainable Urban Delta) heeft dit voorjaar in het Financieel Dagblad aangegeven hoe lastig het is voor overheden om innovatief in te kopen. Zij stelt dat doordat in het proces geen fouten gemaakt mogen worden, er vrijwel geen innovatie meer plaatsvindt. Er is immers een systeem van regels en procedures opgetuigd waarin risicomijdend gedrag wordt beloond. Innovatie is niet risicomijdend en wordt dus geschuwd.
Juist de Nederlandse waterbouw is in de 19e en 20e eeuw groot geworden door een innige samenwerking tussen publiek en privaat. We hebben er de Afsluitdijk en de Deltawerken aan te danken. Landschapsarchitect Adriaan Geuze benadrukte als gast in Zomergasten (2015) nog eens dat in Nederland samenwerken in ons collectieve DNA verankerd is als onderdeel van onze strijd tegen het water. Om te doen waar Nederland goed in is (land maken) is een traditie ontwikkeld die we niet per ongeluk hebben, zo stelt Geuze. ‘Er is een sterke democratische overheid nodig waar kennis, kunde en vakmanschap de boventoon voeren. We moeten weer durven ‘knoeien’ (learning by doing). Het is tijd dat we ons DNA herontdekken en weer meer gaan samenwerken.
Als we het woord ‘knoeien’ vervangen door een intensieve samenwerking gericht op het toepassen van technologische innovaties, hebben we denk ik de essentie te pakken van wat Geuze beoogt. In een sector (waterbouw) waarin er vrijwel geen private opdrachtgevers zijn, is duidelijk dat de manier waarop wordt ingekocht zeer bepalend is voor innovatie in de sector. De eerste tekenen van nieuwe samenwerkingen zijn er. Er wordt anders ingekocht, er ontstaan nieuwe contractvormen en er is een Marktvisie van Rijkswaterstaat èn de markt. Maar het zal allemaal sneller moeten om in 2020 al 30% minder CO2 te verbruiken dan in 2009. Veel sneller! We hebben immers nog maar 440 werkdagen te gaan tot die datum…
Edwin Lokkerbol